U denkt bij die kop en dit zomerweer misschien direct aan een koel biertje. Maar nee, niets is minder waar. Ik denk aan een vriend die jaren geleden als iemand zijn/haar dochter weer eens ‘Beau’ noemde, verzuchtte ‘Weten ze niet wat de vrouwelijke vorm is?’ Juist Belle dus.
Maar onlangs trof ik binnen een week twee keer een echte ‘Belle’, vandaar de kop dus: Belle dubbel.
Allereerst een van de bewoners van het kasteel dat ik bezocht, Kasteel Zuylen, vlakbij Utrecht. Bewoonster Belle van Zuylen heette eigenlijk Isabelle Agneta Elisabeth van Tuyll. Deze 18e -eeuwse schrijfster was een beta en een rebel die haar pseudoniem ontleende aan het slot waar ze haar jeugd doorbracht. Een slot dat overigens als een van de eerste bewoners de heren van Zuylen had die ook landgoederen bezaten in het land van Kleef. Een daarvan is Anholt, ongeveer in mijn achtertuin, waarvan de oorsprong van het huidige kasteel daar ligt in een fort uit de 12e eeuw om het bezit van, juist het bisdom Utrecht veilig te stellen. En dat geeft maar weer aan hoe raar dingen soms met elkaar verweven zijn.
De tweede Belle? Die ‘ontmoette’ ik tijdens een masterclass ‘Bladen maken anno nu’ van De Redactie. Het zal u niet ontgaan dat de bladenmarkt zich in een transitie bevindt: cross mediaal, oftewel een combinatie van print en digitaal en vooral veel extraatjes als linkjes, filmpjes en noem maar op. En in het kader van een leven lang leren, toog ik dus naar de masterclass. Vier heel verschillende sprekers, ’s ochtends twee ‘online’ vrouwen en ’s middags twee ‘mannen van de oude stempel’. Heel toevallig maar wel grappig om te vergelijken en heerlijk om weer even ‘gevoed’ te worden.
Maar je komt op zo’n dag ook in aanraking met collega’s. De jongste van de groep zat naast mij en vertelde over haar ‘Huis van Belle’. Een paar jaar geleden als online platform voor (christelijke) jeugd begonnen. ‘Ik bedacht me wat ik zelf had gemist in mijn jeugd’. Inmiddels is ze, vind ik heel stoer, een printmagazine begonnen en kan ze zich verheugen in een groeiende belangstelling.
U begrijpt dat ik helemaal geïnspireerd naar de parkeergarage liep, waar overigens diegene die mijn auto had ‘gekust’ keurig zijn visitekaartje onder de ruitenwisser had gestoken. Vond ik wel weer een ‘belle’ gebaar.